Afgelopen weken is de visserij vaak in het nieuws en wat vooral blijft hangen is dat de Nederlandse vissers op het randje van de afgrond staan door de Europese regelgeving. Is het niet het verbod op pulsvisserij dat als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt, dan is het wel de nieuwe wet die verplicht bijvangst en zogenaamde discards of onbruikbare vis naar de wal te brengen, waardoor ‘de toekomst van de vissers naar de donder wordt geholpen’. De andere kant van de regelgeving, de noodzaak voor het herstel van zeenatuur, lijkt alleen geen grote rol te spelen in het debat.
De eeuwenlange exploitatie van de Noordzee heeft het zeeleven beschadigd, daarom zijn stevige regels nodig. Op de Noordzee wordt al decennialang visserij bedreven met niet-selectieve bodemberoerende trawlers. Bijvangsten zijn hierdoor onvermijdelijk. Maar door regels in te stellen gefocust op een handje vol commerciële vissoorten hebben we een Noordzee gecreëerd waarin het erg goed gaat met schol en tong, maar waar andere soorten als zeebaars en tarbot, die in deze visserij worden bijgevangen, er een stuk minder goed voorstaan. Om te voorkomen dat de Noordzee verder verschraald en echt veranderd in een monocultuur waarin alleen platvissen kunnen floreren, zal er moeten worden geïnvesteerd in selectievere visserij. Dat is de noodzakelijke opdracht die Brussel geeft aan de lidstaten.
Het lijkt een ingewikkeld verhaal en uiteindelijk blijft er voor het brede publiek het beeld hangen van vissers die om zeep worden geholpen door de Europese wetgeving. Bijvoorbeeld door een visserman die staat te snikken bij een grote bank met ondermaatse of te kleine vis die onverkoopbaar en vernietigd moet worden met rode vloeistof. Maar daar tegenover staat de realiteit; Het is precies deze kleine en ondermaatse vis die al decennia lang wordt gevangen in de Nederlandse visserij en weer grotendeels dood overboord wordt gegooid. Uit onderzoek blijkt dat het gaat om een gigantische iaarlijkse verspilling van rond de 50 miljoen kilo gequoteerde soorten in kottervisserij in 2011. Om deze verspilling tegen te gaan en om kwetsbare soorten ook goed te kunnen beheren, wil Europa juist dat ondermaatse vis en bijvangstsoorten niet of een stuk minder worden gevangen. Iets wat vanwege het niet-selectieve karakter van de Nederlandse visserij niet gemakkelijk is, getuige de weerstand op deze regelgeving. Hierdoor worden nu grote hoeveelheden vis aan wal gezet. Maar dat laatste is natuurlijk niet de bedoeling van de nieuwe wet. De wet is een stok achter de deur voor de visserij om veel selectiever te gaan vissen. Is het perfect? Absoluut niet, maar het is wel een belangrijke maatregel die in ieder geval iets doet aan deze lang voortdurende misstand.
Er liggen al tal van mogelijkheden op de plank om meer selectiever te vissen. Maar vaak krijgt het publiek voorgeschoteld dat deze oplossingen te grote economische consequentie hebben voor de visserij. Een visserman gaf deze week in een tv-reportage aan dat wanneer hij maatregelen treft die bijvangst met 40% reduceren, hij ook 12% minder vangt van de vis waar hij goed aan verdiend. Hier valt de discussie dood, terwijl hij hier zou moeten beginnen. De overheid moet verantwoordelijkheid nemen voor goed beheer en te grote economische consequenties moeten worden opgelost. Die ruimte kan juist nu worden genomen, want zo benauwd is de positie van de vissers in Nederland niet. Niet alleen de schol is op een hoger niveau dan ooit, ook de financiële situatie van de Nederlandse kottervloot was in 2016 op een historisch hoogtepunt, met de beste resultaten in 50 jaar tijd.
Campagne coördinator Nederland, Our Fish
Dit artikel werd ook door Trouw gepubliceerd: Om het zeeleven te herstellen zijn regels nodig